TITEL III - BIJZONDERE BEPALINGEN TOEPASSELIJK IN ZEKERE NIJVERHEIDSTAKKEN
ter informatie! raadpleeg steeds officiële sites om geldigheid van deze informatie na te gaan!
HOOFDSTUK II - Speciale maatregelen op sommige bedrijven toepasselijk.
Afdeling V - Openluchtgroeven.
Art. 505. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
<KB 09-03-1962, art. 17> De voorschriften van deze afdeling zijn
van toepassing op de openluchtgroeven die onder de als gevaarlijk, ongezond
of hinderlijk ingedeelde inrichtingen gerangschikt zijn.
Art. 505bis. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het
betrekking heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art.
1, 022; Inwerkingtreding : 10-02-1990>
De werken zullen derwijze worden uitgevoerd, dat het schielijk afzakken
van de grond zoveel mogelijk worde vermeden.
Bij voorkomend geval zullen de werken voorzien zijn van behoorlijke en
met de aard der laag passende steunmiddelen.
Art. 506. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
Niemand mag springstoffen in de groeven of in de daaraanpalende aanhorigheden
inbrengen, tenzij hij uitdrukkelijk daartoe gemachtigd weze door het bestuur
der ontginning, dat de voorzichtigheidsmaatregelen zal opleggen, welke
het zal nodig achten.
De voorschriften van het koninklijk besluit van 29 oktober 1894 houdende
algemeen reglement betreffende de springstoffen, zullen worden nageleefd
wat betreft het behouden, het uitdelen, het vervoer naar de werven en
het gebruik der springstoffen, alsook wat betreft het toezicht over het
gebruik der brisante springstoffen. <zie nu in plaats van KB 29-10-1894,
KB 23-09-1958>
Art. 507. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
Het is verboden op de werven dynamiet en gelijkaardige mengsels te brengen,
die door de vorst werden getroffen of zich niet in volmaakte staat van
bewaring bevinden.
Art. 508. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
Het is verboden op de werven brisante springstoffen en ontploffers te
laten liggen, die niet onmiddellijk worden gebruikt.
Art. 509. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
Het plaatsen der springstoffen in de mijnovens en het vullen van het boorgat
zullen alleenlijk mogen geschieden door middel van vulstokken, die niet
van metaal zijn vervaardigd. Men zal daarbij de schokken en schielijk
stoten vermijden.
Art. 510. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
De nodige voorzorgsmaatregelen zullen worden genomen ten einde de gevaren
te vermijden, welke de niet ontplofte mijnen opleveren.
Art. 511. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
De nodige maatregelen zullen worden genomen om het personeel van de uitbating
en het omliggende der groef te beschutten tegen de door het ontploffen
der mijnen voortgebrachte projecties.
Art. 512. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het betrekking
heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art. 1, 022; Inwerkingtreding
: 10-02-1990>
De voorschriften van deze afdeling doen geen afbreuk aan de bepalingen
van de wetten en bijzondere verordeningen betreffende de verbindingswegen,
de waterlopen, de krijgsdienstbaarheden alsook de bestuurswijze der landen
en bossen.
Art. 512bis. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het
betrekking heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art.
1, 022; Inwerkingtreding : 10-02-1990>
<KB 07-11-1956> De werken van alle aard, tijdelijk of bestendig
in een openluchtgroef uitgevoerd, geschieden onder het gezag van een verantwoordelijk
persoon.
Art. 512ter. <Zie nota's onder TITEL> (opgeheven voor zover het
betrekking heeft op de arbeidsbescherming) <KB 1990-01-16/30, art.
1, 022; Inwerkingtreding : 10-02-1990>
<KB 07-11-1956> De verantwoordelijke persoon wordt door de exploitant
van de groef aan de technische ambtenaar van het gebied aangeduid.
Hij heeft als opdracht er op te letten dat de wetten, reglementen en besluiten
die de technische ambtenaren moeten doen uitvoeren, nageleefd worden.
Hij legt alle maatregelen op die nodig geacht worden om de veiligheid
en de gezondheid van de arbeiders, de veiligheid van de werken en de instandhouding
van de eigendommen en van de nuttige wateren te verzekeren. Hij waakt
over de uitvoering van deze maatregelen.
De brief tot aanstelling van de verantwoordelijke persoon wordt door laatstgenoemde
mede ondertekend, als bewijs dat hij aanvaardt.
De verantwoordelijke persoon mag zich laten bijstaan door één
of meer adjuncten of helpers, die onder zijn bevelen staan en voor de
uitvoering van hun opdracht verantwoordelijk zijn.