TITEL III - BIJZONDERE BEPALINGEN TOEPASSELIJK IN ZEKERE NIJVERHEIDSTAKKEN
ter informatie! raadpleeg steeds officiële sites om geldigheid van deze informatie na te gaan!
HOOFDSTUK II - Speciale maatregelen op sommige bedrijven toepasselijk.
Afdeling VI - Tijdelijke huisvesting der werknemers. <KB 08-10-1955,
art. 1>
Art. 513. <Zie nota's onder TITEL> <KB 01-07-1966, art. 6>
Onverminderd de bepalingen van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie
van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, zijn de bepalingen van
deze afdeling toepasselijk op de tijdelijke huisvesting welke al dan niet
kosteloos ter beschikking van de bij artikel 28 bedoelde werknemers wordt
gesteld door de personen die hen tewerkstellen of door hun tussenkomst.
Voor de toepassing van deze afdeling worden als tijdelijke huisvesting
beschouwd de loodsen, huisjes en andere lokalen bestemd om werknemers
periodiek, bij gelegenheid of voorlopig te huisvesten, alsook de logementshuizen,
de bij cantines horende logementen en andere gelijkaardige inrichtingen.
Art. 514. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>De
tijdelijke woningen en hun bijgebouwen zullen gelegen zijn op droge grond,
beschermd tegen overstromingen en elke oorzaak van ongezondheid. De nodige
maatregelen zullen getroffen worden opdat de toegang in voldoende veiligheids-
en gezondheidsvoorwaarden zou kunnen geschieden.
Zij zullen in stevig materiaal gebouwd worden. De muren, wanden en daken
zullen waterdicht zijn. Ten einde de bewoners doeltreffend tegen vocht
en koude te vrijwaren, zullen de buitenmuren of -wanden hetzij dik genoeg,
hetzij dubbel, hetzij bedekt of doordrongen zijn met vocht- en warmtewerende
stoffen. Zo het dak huisvestingslokalen rechtstreeks bedekt, zal het verdubbeld
worden met een beschot of met elk ander middel om deze lokalen tegen overdreven
veranderingen van de buitentemperatuur te beschermen.
De nodige maatregelen zullen getroffen worden om het wegvloeien van regen-
en druipwater te verzekeren. De daken zullen voorzien worden van dakgoten
en waterafleidingen die uitgeven hetzij in waterdichte rioleringen of
vergaarbuizen met voldoende diameter, hetzij in vergaarbakken, voorzien
van een met rioleringen of buizen verbonden verlaat.
De plaatsing van deze dakgoten en waterafleidingen zal evenwel niet nodig
zijn wanneer er gebruik kan gemaakt worden van inrichtingen die op even
doeltreffende wijze het wegleiden van het regenwater van de grond af verzekeren.
Al de schoorstenen zullen gebouwd worden in onbrandbaar materiaal en waterdicht
zijn. Zij zullen bovendien zo gebouwd en geschikt worden dat zij geen
brand kunnen veroorzaken. Deze schoorstenen zullen boven de nok van het
dak uitsteken.
De vloer van de lokalen zal voorzien zijn hetzij van een effen en waterdichte
bedekking, hetzij van een betegeling of van een sluitende plankenvloer.
Op de benedenverdieping zullen de plankenvloeren door een ledige en geventileerde
ruimte van de grond gescheiden zijn om ze tegen vochtigheid te vrijwaren.
De zolderingen en de zijwanden van de lokalen dienen zo gebouwd dat zij
over hun gehele uitgestrektheid zuiver kunnen gehouden worden.
In de kamers waar men voortdurend of gewoonlijk verblijft zullen de zolderingen
en de zijwanden bedekt worden met een bepleistering, met verf of met elke
andere bedekking die gemakkelijk kan schoongemaakt worden.
De hoogte van de lokalen waar men voortdurend of gewoonlijk verblijft
zal minstens 2,50 m bedragen. De omvang van de slaapkamers en de slaapzalen
zal minstens 15 m3 per bewoner ouder dan 14 jaar en minstens 10 m3 per
bewoner onder die leeftijd bedragen.
Elk lokaal waar men voortdurend of gewoonlijk verblijft zal voorzien zijn
van een of verscheidene glasramen, waarvan de totale nuttige oppervlakte
zal gelijk zijn aan minstens het tiende van de oppervlakte van zijn vloer.
Al de lokalen zullen doeltreffend en voortdurend met vensters, schuifraampjes,
klapvensters of elk andere geschikte inrichting moeten kunnen verlucht
worden.
Art. 515. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De lokalen welke tot keuken, eetzaal of rustzaal dienen, zullen gemeubeld
worden met tafels, stoelen met rugleuning, eetkast en kapstokken, alles
in voldoende hoeveelheid en afmetingen, zodat die lokalen kunnen gebruikt
worden zoals voorzien.
In de slaapzalen zal elke bewoner beschikken over een persoonlijk bed,
een persoonlijke kleerkast die kan afgesloten worden, een stoel en twee
kapstokhaken. In de voor de gezinnen bestemde slaapkamers, zal het meubilair
bestaan uit een of verscheidene bedden van voldoende afmetingen, een kleerkast
die kan afgesloten worden, alsmede twee stoelen, een tafeltje en, per
persoon, minstens twee kapstokhaken.
De afstand tussen de bedden zal niet minder zijn dan 80 cm.
In de slaapzalen zal het aantal bedden tot twintig beperkt worden.
De kapstokhaken zullen in hout, in geëmailleerd metaal of roestvrij
materiaal zijn.
De ondernemingshoofden zullen het onmisbaar beddegoed verschaffen. Dit
zal ten minste omvatten: een matras, een peluw en dekens, in voldoend
getal om de gebruikers in elk seizoen doeltreffend te beschermen.
De lokalen, welke tot keuken, eetzaal of rustzaal dienen, zullen voorzien
zijn van een of meer verwarmingstoestellen met voldoend vermogen; minstens
een van deze toestellen zal moeten toelaten het voedsel gemakkelijk te
koken.
Deze toestellen zullen verbonden zijn met schoorstenen die goed trekken,
ten einde de regelmatige en volledige ontruiming van rook of verbrandingsgas
te verzekeren, zelfs bij gebruik van toestellen om deze trek te matigen.
Al de lokalen zullen kunstmatig verlicht moeten kunnen worden zodra de
avond valt. In de kamers welke tot keuken, eetzaal of rustzaal dienen,
zal deze kunstmatige verlichting voldoende zijn om naaien of lezen toe
te laten.
Deze verlichting zal elektrisch zijn, zo het mogelijk is de woonlokalen
met het openbaar elektriciteitsverdelingsnet of dit van de onderneming
aan te sluiten. Al de door het gebruikt verlichtingsstelsel gerechtvaardigde
veiligheids- en hygiënemaatregelen zullen nageleefd worden.
De lampen zullen stevig aan de zoldering gehangen of aan de wanden vastgehecht
worden in voldoend aantal om in elk lokaal een zo uniform mogelijke verlichting
te verzekeren.
Art. 516. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
Ten einde aan de bewoners van de woonlokalen toe te laten de nodige zorgen
aan hun toilet te besteden, zal het ondernemingshoofd hetzij kruiken en
kommen, hetzij persoonlijke of gemeenschappelijke wastafels, gevoed met
water van een openbare of private leiding, te hunner beschikking stellen.
Deze wastafels zullen van een doeltreffend ontruimingsstelsel van het
afvalwater voorzien zijn en derwijze aangelegd dat hun voedingsplaatsen
door een tussenruimte van ten minste 65 cm van elkaar gescheiden zijn.
Het aantal kruiken en kommen bestemd voor de bewoners der slaapzalen zal
ten minste een kruik en een kom voor twee bewoners bedragen; dat van de
wastafels ten minste een voor vijf bewoners. Deze voorwerpen en toestellen
zullen hetzij in elk der slaapzalen, hetzij in andere daartoe bestemde
en voor elk der beide geslachten afzonderlijke lokalen geplaatst worden.
Elk der kamers, voor gezinnen bestemd, zal hetzij een kruik en een kom,
hetzij een wastafel bevatten.
Art. 517. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De woongebouwen zullen van gemakken voorzien zijn, gebouwd, ingericht
en onderhouden volgens de bij artikelen 92 en 94 van dit reglement bepaalde
regelen en derwijze dat de uitwasemingen ervan niet tot de woonlokalen
kunnen doordringen. Indien deze installaties evenwel buiten de gebouwen
zijn aangebracht, zullen zij niet noodzakelijk van een waterspoeling,
noch van een reukafsnijder moeten voorzien zijn; in hetzelfde geval en
indien het gaat om voorlopige gebouwen of barakken mogen de zetels van
de gemakken en de daaronder liggende putten bovendien vervangen worden
door verplaatsbare waterdichte kleine kuipen met een bril erboven. Deze
kuipen zullen ten gepasten tijde geledigd worden.
De bij vorig lid beoogde sanitaire installaties zullen afzonderlijk en
volledig gescheiden zijn voor elk der beide geslachten, behalve wat de
uitsluitend voor gezinnen bestemde gemakken aangaat. In dit laatste geval
zal elk gezin over een gemak beschikken, voor zijn persoonlijk gebruik
voorbehouden en dat kan afgesloten worden.
Behoudens de bij vorig lid voorziene uitzondering zal het aantal gemakken
minstens een voor vijf en twintig personen van het mannelijk geslacht
en minstens een voor vijftien personen van het vrouwelijk geslacht bedragen;
het aantal waterplaatsen zal een voor vijftien gebruikers bedragen.
Zo de gemakken buiten de woongebouwen gelegen zijn, zal in elk dier voor
de gezinnen bestemde slaapkamers een hygiënische emmer aanwezig zijn.
In hetzelfde geval zullen hygiënische emmers insgelijks ter beschikking
van de bewoners van de slaapzalen gesteld worden; zij zullen geplaatst
worden in lokalen gelegen nabij en volledig gescheiden van de slaapzalen
en de andere lokalen door wanden en volle deuren. Het aantal emmers zal
ten minste een voor twintig personen bedragen.
Art. 518. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De woonlokalen zullen ten minste een of verscheidene slaapzalen of -kamers,
uitsluitend tot dat doel voorbehouden, en een kamer, die terzelfder tijd
tot keuken, eet- en rustkamer kan dienen, moeten omvatten.
De woonlokalen zullen tot geen ander doel mogen gebruikt worden.
Dieren zullen slechts in de daartoe ingerichte bijgebouwen mogen gekweekt
worden.
Art. 519. <Zie nota's onder TITEL> Elk gezin zal over een afzonderlijke
woning beschikken, volledig van elke andere woning gescheiden. De woonlokalen
voor algemeen gebruik zullen voor elk der beide geslachten volledig gescheiden
zijn.
De scheidingswanden zullen vol zijn, dik genoeg, en geen deur of geen
andere opening bevatten.
De echtgenoten en hun jeugdige kinderen zullen over een slaapkamer beschikken,
volledig gescheiden van de andere lokalen door volle wanden en deuren.
Elk kind zal persoonlijk over een bed beschikken.
De bedden zullen in geen geval, noch in de slaapzalen, noch in de slaapkamers
boven elkaar mogen geplaatst worden.
De vensters van de slaapzalen en -kamers zullen voorzien zijn van speciale
ruiten of van gordijnen bestemd om elke onbescheidenheid te verhinderen.
Art. 520. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De ondernemingshoofden zullen aan de bewoners van de woonlokalen in voldoende
hoeveelheid het nodige water voor het voedselverbruik, voor het verschillend
gebruik in de keuken en het huishouden, voor de lichamelijke zindelijkheidszorgen
alsmede voor het schoonmaken van vermelde lokalen, verstrekken.
Dit water moet drinkbaar zijn of het door gewoon koken kunnen worden.
De bewoners van de lokalen zullen persoonlijk door een geschreven en in
de taal, welke zij kunnen verstaan, opgestelde mededeling verwittigd worden,
dat het water drinkbaar is of dat het moet gekookt worden voor het verbruik
en het gebruik in de keuken.
Een dergelijke vermelding zal insgelijks voortdurend en goed leesbaar
bij elke pomp en bij elk kraantje voor gemeenschappelijk gebruik voorkomen.
Zo het mogelijk is de woongebouwen bij een drinkwaterverdeling aan te
sluiten, zal deze aansluiting verplicht zijn voor het water bestemd voor
het voedselverbruik, voor het gebruik in de keuken en voor lichamelijke
zindelijkheidszorgen. Deze aansluiting zal evenwel niet noodzakelijk binnen
de woonlokalen moeten uitgeven; zij zal mogen eindigen met gemeenschappelijke
voedingsplaatsen, die op gepaste plaatsen staan.
De ondernemingshoofden zullen de gepaste maatregelen treffen om te vermijden
dat het gebruikt water blijft staan of in de nabijheid van de woongebouwen
modder vormt. Dit water zal op voldoende afstand van voornoemde gebouwen
worden ontruimd of uitgestort en op zulke plaatsen dat het geen enkele
hinder kan verwekken.
Gepaste maatregelen zullen getroffen worden om de uitwasemingen van de
afvoerriolen van het gebruikte water te beletten zich in de woongebouwen
of de nabijheid ervan te verspreiden.
Art. 521. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De ondernemingshoofden zullen aan de bewoners van de lokalen de nodige
brandstofvoorziening verzekeren voor de verwarming en voor de keuken.
Deze voorziening zal, volgens de tussen de ondernemingshoofden en de betrokken
arbeiders gesloten overeenkomsten, al dan niet kosteloos geschieden.
Art. 522. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De ondernemingshoofden zullen over de veiligheid, gezondheid en hygiëne
van de woonlokalen waken en zo spoedig mogelijk al de nodige herstellingen
verzekeren, inzonderheid betreffende de gebroken ruiten, het lekken van
water, de beschadigingen aan de daken.
Het beddegoed zal zo dikwijls als het nodig is gereinigd of vernieuwd
worden. Bij elke verandering van gebruiker zal het vernieuwd of ontsmet
worden.
Zodra in de lokalen of in het beddegoed ongedierte verschijnt zullen onverwijld
maatregelen getroffen worden om de onmiddellijke verdelging ervan te verzekeren.
De ondernemingshoofden zullen de ontruiming of de vernietiging van het
vuilnis, waarvan sprake in artikel 523, ten gepasten tijde verzekeren.
Art. 523. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De bewoners zullen de woonlokalen, hun bijgebouwen alsmede hun onmiddellijke
omgeving zeer zuiver houden. Zij zullen dezelfde zorgen nemen betreffende
het beddegoed en het te hunner beschikking gesteld ander materieel. Zij
zullen elke dag de slaapzalen en -kamers verluchten, de toiletbehoeften
ledigen en schoonmaken; zij zullen het vuilnis, het vaagsel en alle afval,
die kunnen gisten, zich ontbinden of op enige wijze schade veroorzaken,
dagelijks ontruimen en op de plaats, welke het ondernemingshoofd zal aanwijzen,
uitstorten; zij zullen de onderrichtingen van het ondernemingshoofd naleven
om het afvalwater te ontruimen.
Het is de bewoners van de woonlokalen en van hun bijgebouwen verboden
deze vrijwillig te beschadigen of te bevuilen.
Art. 524. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De ligging van de tijdelijke huisvesting moet toelaten aan de bewoners
bij ongeval of ziekte de onontbeerlijke medische zorgen te verstrekken
en schikkingen dienen getroffen om deze zorgen zo spoedig mogelijk te
verzekeren.
Art. 524bis. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
In de woonlokalen of hun bijgebouwen mogen geen alkoholische dranken verkocht
of aangeboden worden.
De nodige maatregelen worden getroffen opdat niets in de inrichting van
de lokalen met de fatsoenlijkheid strijdt.
Art. 524ter. <Zie nota's onder TITEL> <KB 08-10-1955, art. 1>
De woongebouwen en -lokalen, hun bijgebouwen alsmede hun meubelen vallen
onder de bevoegdheid van de diensten en comités voor veiligheid,
gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen, waarvan sprake in titel V,
hoofdstuk II van onderhavig reglement.
Rekening houdend met de aard van hun bouwmateriaal zullen de noodzakelijke
voorzorgen tegen brandgevaar van deze gebouwen getroffen worden; er zal
inzonderheid over gewaakt worden dat voornoemde lokalen gemakkelijk kunnen
ontruimd worden.